Verlangen naar …

Alles begint met verlangen. Je begint met lopen op een pad, zonder dat je precies weet waar je uitkomt. Er is alleen dit verlangen. Een verlangen naar rust, vrijheid, vrede, verbinding, willen weten of zien wie je werkelijk bent of wat het voor jou ook is. Je wenst het de ander vaak aan het begin van het nieuwe jaar. En het is precies dit verlangen waarmee alles begint. Zodra je het gaat volgen, komt er een moment waarop je ineens het zicht krijgt, een glimp of een doorkijk. Dat wat je verlangt is er altijd al. Het is nergens anders dan hier. Alles is al gegeven in je aanwezigheid op dit moment.

Wanneer je dit ziet of ontdekt, loopt je hart vaak over. De rust en de vrijheid die je zocht zijn er altijd al. Je zag het alleen niet in je zoektocht ernaar. Op die momenten van inzicht zit je als een Boeddha op de top van de berg. Alles is aanwezig, vrij, helder en verschijnt precies zoals het is. Er is niets te doen. Alles is ruim en vredig. En toch kan hier soms ook verwarring ontstaan. Want waarom dan weer afdalen de wereld in? Want hoe meer je afdaalt, hoe meer je geest weer vertroebelt. En hier op de top zie je alles zo helder.

Dit is waar het verhaal van de bodhisattva Avalokiteshvara begint. Ze zit compleet in het licht, op de top van de berg en op een gegeven moment hoort ze de schreeuw van de wereld. Ze daalt af van de berg om iedereen bij te staan, terwijl ze tegelijk ook weet dat iedereen al vrij is en niet bevrijd hoeft te worden. Dat maakt het wel wat lichter. Ze gaat niet vanwege een tekort dat aangevuld moet worden, niet omdat problemen opgelost moeten worden, maar simpelweg omdat het hart overloopt. Van daaruit is er een spontaan geven, delen en bijdragen. Het maakt niet uit wat het is. Het kunnen ook hele kleine dingen zijn, een vriendelijk woord, een liefdevol gebaar naar iemand in de supermarkt die voor mag omdat hij zo weinig heeft om af te rekenen. Het kan alles zijn. Het is een afgestemd zijn op wat de situatie vraagt. Het is geen handeling vanuit tekort, maar vanuit overvloed.

Dus waarom zou je afdalen van de top van de berg? Het antwoord is eenvoudig: omdat je ook mens bent. Dat is de klassieke paradox. Als je deze herkent en waardeert, dan heb je aan de ene kant de onbepaalde ‘lichtkant’ en is er niets te doen. Aan de andere kant heb je de mistige kant en is er van alles te doen. Aan de ene kant is er niets of niemand te bevrijden, en aan de andere kant is er werk te doen dat nooit stopt. Beide kanten zijn even waar. Beide kanten heb je in evenwicht te brengen. Dit is de hele beoefening, die begint bij het herkennen of herinneren van je eigen diepe en vaak oude verlangen.

Het vraagt moed om dit verlangen aan te nemen en te volgen (de berg op). Maar het vraagt misschien nog wel meer om deze (zoek)tocht om te zetten in jouw unieke antwoord, jouw spontane bijdrage in deze wereld (de berg weer af).

Ik wens je voor dit jaar, en elk moment opnieuw, dus veel moed én plezier in het volgen, ontdekken en delen vanuit de rijkdom en overvloed, die er altijd al is.