Ruimte aan de verborgen bloei

Verregend, op een miezerige morgen. Domweg gelukkig, in de Dapperstraat’. Het zijn de laatste twee regels van een gedicht van Bloem, die ik toevallig lees als ik het boek ‘De verborgen bloei’ van Han de Wit opensla. Het geeft goed weer waar ik nu uithang, maar ook waar ik me de afgelopen periode opnieuw over heb verbaasd. Op momenten van grote tegenslag, verdriet, verlies en diepe rouw, valt soms ineens alles van je af en is het enkel liefde en een gevoel van verbinding dat oplicht. Als alle grond onder je verdwijnt en je even niet meer weet wie je bent, lijkt de tijd stil te staan. Maar in plaats van verdwijnen ervaar je jezelf juist meer aanwezig in alles en met iedereen om je heen. Je voelt, ziet, weet en handelt spontaan en direct vanuit het hart. Er zit niets meer tussen. En zonder tussenkomst of ruis (van alles wat je denkt dat je bent of zou moeten zijn) is alles domweg liefde en geluk, onvoorwaardelijk, zonder reden en zonder richting.

Voor mijn gewone dagelijkse ik is dit ergens niet te bevatten. Geluk ervaren terwijl de voorwaarden hiervoor zo duidelijk niet zijn ingevuld, hoe is dat mogelijk? Maar je blijkt boven jezelf uit te stijgen of juist door iets heen te vallen, waardoor je normale ik-besef verdwijnt. De ik die je ergens onbewust hebt vast gezet in een beeld wordt losgelaten. En gelijktijdig daarmee zwijgt ook al het commentaar met alle verhalen over hoe alles eigenlijk zou moeten zijn. Het geeft rust en helderheid. En dit heeft dus niets te maken met de omstandigheden. Op deze momenten voel je je zacht en sterk tegelijk, open en vol vertrouwen. En blijkt overstijgen niet te gaan over je plaatsen boven jezelf of de ander, maar juist helemaal aanwezig te zijn als jezelf, heel nabij jezelf en de ander. Zonder de identificatie met een lichaam, persoonlijkheid, geschiedenis, gevoelswereld of wat dan ook, kom je thuis in je ware aard. Dat is waar alle religies en stromingen in essentie naar verwijzen, en wat ik nu even liefde noem. Het is wie en wat we zijn.

Het weten hiervan is soms wat ver weg of verborgen, doordat alle ik-beelden de toegang kunnen bedekken, maar kan door een intense gebeurtenis ineens naar de oppervlakte komen en opbloeien. Je valt samen met wie je bent. Deze bloei is misschien niet duidelijk zichtbaar of te ‘pakken’, maar is zeker voelbaar en komt tot uitdrukking in relatie met de ander en je omgeving. Het is een manier van zijn die zowel je eigen leven als dat van alles en iedereen om je heen oplicht en verdiept. Meditatie en meer tijd van stilte en simpelweg Zijn is een manier om meer ruimte te geven aan deze verborgen bloei, zodat het minder blijft bij toevallige momenten.